Flammkuchen pizza met pittige tomatensaus rucola en frisse koolrabi

Koolrabi is geen wortel of knol, maar een verdikking van de stengel. Rauw heeft koolrabi een pittige koolsmaak, gekookt is de smaak veel zachter. Koolrabi is meestal lichtgroen, maar kan ook paars zijn.

Bereiding (25 min)

1. Verwarm de oven voor op 220 ºC en bekleed een bakplaat met bakpapier. Zorg dat de oven goed heet is. Leg het flammkuchendeeg op de bakplaat en bak 3-5 minuten onder in de hete oven. Haal het deeg uit de oven en leg opzij.
2. Breng een steelpan met water en een snuf zout (of bouillon) aan de kook. Spoel de linzen in een zeef onder de kraan en kook in 10 minuten zacht. Niet langer, dan wordt het een puree. Giet het water af en laat goed uitlekken en uitdampen in een zeef.
3. Breng een pan met een klein laagje water aan de kook. Schil de koolrabi, snijd in kleine blokjes (brunoise) en kook of blancheer de koolrabi 3-5 minuten. Giet het water af, laat goed uitlekken en breng op smaak met zout en peper.
4. Pel de sjalot en snijd in halve ringen. Was de rode peper en snijd heel klein (hou je niet van pit, verwijder dan eerst de zaadlijsten). Was de tomaat, snijd in plakjes of kleine stukken en laat uitlekken in een zeef. Verhit olie in een bakpan en bak de tomatenpuree met de helft van de sjalot en de rode peper enkele minuten op een middelhoog vuur. Voeg de kleingesneden tomaat toe en breng op smaak met zout en peper.
5. Verdeel het tomatenmengsel losjes over de flammkuchenbodems en beleg met de koolrabi, rode linzen en overgebleven sjalot. Bak nog 10 minuten in de hete oven. Was de rucola en strooi vlak voor het serveren over de flammkuchen.