Witloofstoemp met peterselie en krokant spek

Vandaag op het menu een heerlijke Belgische stoemp (stamppot), met hun nationale trots: witloof. Verrukkelijk in combinatie met krokant spek. In Nederland wordt gemiddeld circa 3 kilo witlof per persoon per jaar gegeten. In België is dat ruim 2 keer zoveel. Het is een bladgroente die in het donker wordt geteeld. De krop kun je zowel rauw als gekookt eten. Tegenwoordig smaakt de witlof veel minder bitter dan vroeger. Tip: bewaar de witlof op een donkere plek, de kropjes kunnen verkleuren door het licht.

Bereiding (30 min)

1. Breng een pan met water en een snuf zout aan de kook. Was of schil de aardappels en snijd klein. Verwijder de onderkant van de witloofstronkjes en snijd in stroken. Kook de aardappels en de helft van de witloof in 20 minuten gaar. Giet het water af en stamp tot een puree.
2. Bak intussen het spek in een droge bakpan krokant gaar. Laat uitlekken op keukenpapier.
3. Pel de ui en snijd in halve ringen. Verwarm olie (of boter) in de bakpan en bak de ui met de overgebleven witloof 10 minuten op een middelhoog vuur. Keer regelmatig en breng op smaak met peper en zout.
4. Snijd de verse peterselie klein. Schep de gebakken witloof, ui en verse peterselie door de stamppot en breng op smaak met peper, zout en een snufje nootmuskaat.
5. Serveer de witloofstoemp met het krokante spek.