Risotto met bleekselderij, courgette en krokante pancetta

Een perfecte risotto begint bij de keuze van de juiste rijst. Een goede risotto is geurig, smeuïg, hartig en romig, maar heeft tegelijkertijd ook een bite. Is je risotto klaar en heb je nog wat tijd over? Zet dan afgedekt even opzij en laat de smaken goed intrekken. De risotto wordt hierdoor nog lekkerder.

Bereiding (40 min)

1. Bereid de bouillon. Pel en snipper de ui. Schil de wortel en snijd klein. Was de bleekselderij en snijd de stengels in halve maantjes (bewaar eventueel wat bleekselderij groen voor de garnering). Was de courgette en snijd in kleine blokjes.
2. Verwarm boter of olie in een ruime pan met een dikke bodem en bak op een middelhoog vuur de ui, bleekselderij, wortel en courgette gedurende 3 minuten. Breng op smaak met Italiaanse kruiden. Was de risottorijst in een zeef onder de kraan en bak 2 minuten mee.
3. Schenk de bouillon bij de risotto totdat deze net onder water staat. Roer regelmatig en laat de risotto de bouillon opnemen. Herhaal dit totdat alle bouillon is opgenomen en de risottorijst beetgaar en smeuïg is. Dit duurt 25-30 minuten. Zet eventueel het vuur wat hoger als de risotto te vochtig blijft of voeg wat water toe als de risotto te droog is.
4. Roer vlak voor het serveren de geraspte kaas door de risotto en laat smelten. Pel de knoflook en pers erboven uit.
5. Snijd de pancetta in dunne reepjes en bak in een droge bakpan krokant. Strooi de pancetta over de risotto en garneer eventueel met wat bleekselderij groen.